meerwaarde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meer·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meerwaarde meerwaarden
meerwaardes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de meerwaardev

  1. een extra waarde
  2. (economie) waardevermeerdering of winst die een onderneming heeft op vaste activa (gebouwen, machines, aandelen, etc.)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen