meerderheidsregering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • meer·der·heids·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord meerderheidsregering meerderheidsregeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de meerderheidsregeringv

  1. (politiek) een regering die gesteund wordt door de meerderheid van de parlementsleden
     Wat op geen enkele manier aanleiding gaf tot een mildere kijk op die beroepsdemonstranten, of op de onwil om die antidemocratische krachten in toom te houden, zoals de nieuwe sociaaldemocratische meerderheidsregering die voortdurend demonstreerde.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535