meeondertekende

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·on·der·te·ken·de

Werkwoord

vervoeging van
meeondertekenen

meeondertekende

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van meeondertekenen
    • ... dat ik meeondertekende. 
    • ... dat jij meeondertekende. 
    • ... dat hij, zij, het meeondertekende. 
  2. verbogen vorm van meeondertekend, voltooid deelwoord van meeondertekenen