meeluister
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: meeluister (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mee·luis·ter
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meeluisteren |
meeluister
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeluisteren
- ... dat ik meeluister.