meeliepen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mee·lie·pen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meelopen |
meeliepen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meelopen
- ...dat wij meeliepen.
- ...dat jullie meeliepen.
- ...dat zij meeliepen.
- ...dat wij meeliepen.
- ▸ Het was alsof er meerdere mensen in mijn hoofd meeliepen, iedere stem met een eigen motivatie: soms vanuit mijn ego, soms vanuit mijn verstand en soms vanuit pure angst.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers