mee-investeren/vervoeging
| vervoeging van de bedrijvende vorm van mee-investeren | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
| onvoltooid | tegenwoordig | mee-investeren | mee te investeren | ||||||
| toekomend | zullen mee-investeren mee zullen investeren |
te zullen mee-investeren mee te zullen investeren | |||||||
| voltooid | tegenwoordig | mee-geïnvesteerd | te mee-geïnvesteerd | ||||||
| toekomend | mee-geïnvesteerd zullen | mee-geïnvesteerd te zullen | |||||||
| onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
| mee-investerend | mee-geïnvesteerd | ev. investeer mee |
mv. verouderd investeert mee |
investere mee (bijzin) mee-investere | |||||
| aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
| onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
| hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |
| tegenwoordig (o.t.t.) | investeer mee | investeert mee | investeert mee | investeert mee | investeert mee | investeren mee | investeren mee | investeren mee | |
| verleden (o.v.t.) | investeerde mee | investeerde mee | investeerde mee | investeerde mee | investeerde mee | investeerden mee | investeerden mee | investeerden mee | |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal mee-investeren | zult/zal mee-investeren | zult/zal mee-investeren | zult mee-investeren | zal mee-investeren | zullen mee-investeren | zullen mee-investeren | zullen mee-investeren | |
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou mee-investeren | zou mee-investeren | zou(dt) mee-investeren | zoudt mee-investeren | zou mee-investeren | zouden mee-investeren | zouden mee-investeren | zouden mee-investeren | |
| bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |
| tegenwoordig (o.t.t.) | mee-investeer | mee-investeert | mee-investeert | mee-investeert | mee-investeert | mee-investeren | mee-investeren | mee-investeren | |
| verleden (o.v.t.) | mee-investeerde | mee-investeerde | mee-investeerde | mee-investeerde | mee-investeerde | mee-investeerden | mee-investeerden | mee-investeerden | |
| toekomend (o.t.t.t.) | zal mee-investeren mee zal investeren |
zult/zal mee-investeren mee zult/zal investeren |
zult/zal mee-investeren mee zult/zal investeren |
zult mee-investeren mee zult investeren |
zal mee-investeren mee zal investeren |
zullen mee-investeren mee zullen investeren |
zullen mee-investeren mee zullen investeren |
zullen mee-investeren mee zullen investeren | |
| voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou mee-investeren mee zou investeren |
zou mee-investeren mee zou investeren |
zou(dt) mee-investeren mee zou(dt) investeren |
zoudt mee-investeren mee zoudt investeren |
zou mee-investeren mee zou investeren |
zouden mee-investeren mee zouden investeren |
zouden mee-investeren mee zouden investeren |
zouden mee-investeren mee zouden investeren | |
| voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
| ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||