maximumprijs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maxi·mum·prijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maximumprijs maximumprijzen
verkleinwoord maximumprijsje maximumprijsjes

Zelfstandig naamwoord

de maximumprijsm

  1. (handel) de hoogst toegestane prijs
    • In tijden van schaarste worden soms door de regering maximumprijzen vastgesteld om woeker en speculatie tegen te gaan. 
    • Toen hij naar de winkel ging had hij van te voren bedacht wat de maximumprijs zou zijn van de televisie die hij wilde kopen. 

Meer informatie

Gangbaarheid