materialist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: materialist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ma·te·ri·a·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | materialist | materialisten |
verkleinwoord | materialistje | materialistjes |
Zelfstandig naamwoord
- aanhanger van het materialisme
- iemand die grote waarde hecht aan stoffelijke goederen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord materialist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "materialist" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be