maskergors
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maskergors (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- mas·ker·gors
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van masker zn en gors zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maskergors | maskergorzen |
verkleinwoord | maskergorsje | maskergorsjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Emberiza spodocephala een lid van de gorzenfamilie. De vogel werd in 1776 door Peter Simon Pallas beschreven in zijn Reise durch verschiedene Provinzen des Rußischen Reichs
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'maskergors' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.