marsala

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·sa·la
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Italiaans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord marsala marsala's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de marsalav

  1. (drinken) een Italiaanse versterkte wijn die gemaakt wordt in de omgeving van Marsala op het westelijk deel van Sicilië
    (wikidata: marsala op Wikidata)
    • Ik probeerde me te herinneren wat we de vorige avond gegeten hadden. Kalfsvlees, want er was een saus van marsalawijn bij — nee, voor de scaloppina marsala gebruikte Mirjam tegenwoordig, uit ecologische overwegingen, filet van de biokip. [2] 
    • Bak de paddenstoelen, de knoflook en de tijm 5 minuten in het bakvet van het vlees. Voeg de overige boter toe en blus af met de marsala. Laat de wijn 5 minuten inkoken. [3] 
    • Keer de kip en witlof. Giet de marsala erbij en roer alle aanbaksels los van de bodem. [4] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

53 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. marsala op website: Etymologiebank.nl
  2. Heijden, A.F.TH. van der
    "Tonio" 2011 ISBN 9789023459545 pagina 21
  3. Tubantia 13-01-18 Kalfsoester en paddenstoelen in marsalasaus
  4. De Telegraaf 25 jan. 2013 Kip en witlof in marsalasaus
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be