marka
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Gotisch
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *markō
Zelfstandig naamwoord
marka v
Schrijfwijzen
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·ka
Naar frequentie | 35530 |
---|
Zelfstandig naamwoord
marka
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van mark
Schrijfwijzen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- mar·ka
Zelfstandig naamwoord
marka
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van mark
Pools
Uitspraak
Zelfstandig naamwoord
marka v
- (financieel) mark; naam voor verschillende munteenheden gebruikt in Bosnië en Herzegovina en tot de invoering van de euro in Duitsland en Finland
- (handel) merk; een symbool of naam voor producten van een bepaalde producent of handelsonderneming
Afgeleide begrippen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Slowaaks
Zelfstandig naamwoord
marka v
- (financieel) mark; naam voor verschillende munteenheden gebruikt in Bosnië en Herzegovina en tot de invoering van de euro in Duitsland en Finland
- mark; een grensgebied
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /marka/
Woordafbreking
- mar·ka
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Duitse Mark
Zelfstandig naamwoord
marka v
- (financieel) mark; naam voor verschillende munteenheden gebruikt in Bosnië en Herzegovina en tot de invoering van de euro in Duitsland en Finland
- mark; een grensgebied
- (verouderd)(spreektaal) postzegel; betalingsmiddel voor het verzenden van post
- (verouderd)(spreektaal) merk; een kenteken aangebracht ter identificatie van iets
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | marka | marky |
genitief | marky | marek |
datief | marce | markám |
accusatief | marku | marky |
vocatief | marko | marky |
locatief | marce | markách |
instrumentalis | markou | markami |
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
Paroniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
Turks
Woordafbreking
- mar·ka
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | marka | markalar |
genitief | markanın | markaların |
datief | markaya | markalara |
accusatief | markayı | markaları |
locatief | markada | markalarda |
ablatief | markadan | markalardan |
Zelfstandig naamwoord
marka
Categorieën:
- Woorden in het Gotisch
- Zelfstandig naamwoord in het Gotisch
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Woorden in het Noors met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Woorden in het Nynorsk met audioweergave
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nynorsk
- Woorden in het Pools
- Woorden in het Pools met IPA-weergave
- Woorden in het Pools met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Pools
- Financieel in het Pools
- Handel in het Pools
- Woorden in het Slowaaks
- Zelfstandig naamwoord in het Slowaaks
- Financieel in het Slowaaks
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Financieel in het Tsjechisch
- Verouderd in het Tsjechisch
- Spreektaal in het Tsjechisch
- Vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het Tsjechisch
- Woorden in het Turks
- Zelfstandig naamwoord in het Turks
- Handel in het Turks