Naar inhoud springen

marginaal

Uit WikiWoordenboek
  • mar·gi·naal
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘op de rand aangebracht’ voor het eerst aangetroffen in 1656 [1]
  • van Frans marginal (met het achtervoegsel -aal) [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen marginaal marginaler marginaalst
verbogen marginale marginalere marginaalste
partitief marginaals marginalers -

marginaal [3]

  1. aan de rand of de rand betreffend
  2. (wiskunde) (economie) bezien als veranderend in verhouding tot de verandering in een verklarende factor
  3. (figuurlijk) (sociologie) ver van de kern van de samenleving en daarom vaak weinig aandacht krijgend en zich moeizaam staande houdend
  4. (figuurlijk) van weinig belang


95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]