manufactuur

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[4] dure schotel als voorbeeld van een manufactuur
Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·nu·fac·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord manufactuur manufacturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de manufactuurv

  1. (economie) op grotere schaal met de hand vervaardigen van producten door meer vakmensen in één werkplaats
    Deze productiewijze vormt een overgang tussen ambachtelijke en industriële productie als het gaat om arbeidsdeling, schaalvergroting en mechanisatie.
     Ik zou ze willen vergelijken met de grondbezittende adel rond het Franse hof van het ancien regime, die zich officieel verre van handel en manufactuur hield maar in feite op allerlei manieren betrokken was bij niet-agrarische activiteiten.[3]
      De manufactuur is een vorm van produktie waarbij de produkten in fabriekslokalen worden vervaardigd met de hand, met behulp van gereedschappen en eenvoudige werktuigen.[4]
  2. (bedrijf) onderneming waar meerdere vakmensen samen met de hand producten vervaardigen
     Ruim duizend gulden voor drieëntwintig delen is naar moderne maatstaven nog niet veel. Duur is pas Meissner porselein, waarvan eenzelfde combinatie meer dan tienduizend gulden kost. Of Herend uit Hongarije, een oude manufactuur die het communisme heeft doorstaan en sinds de bevrijding jaarlijks duurder wordt. Herend heeft uitsluitend handgeschilderde, traditionele decors, en er hangt nog steeds een waas van exclusiviteit omheen.[5]
     De kleine manufactuur beschikte over dertien weefgetouwen, waarvan er tien werkelijk stonden opgesteld.[6]
  3. (bedrijf) horlogefabrikant die complete uurwerken zelf kan ontworpen en vervaardigen
     De term manufactuur is de aanduiding voor uurwerkbedrijven die hun eigen uurwerken ontwerpen en fabriceren.[7]
enkelvoud meervoud
naamwoord (manufactuur) manufacturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het manufactuuro

  1. (verouderd) geweven stof (vanaf de 20e eeuw alleen nog als meervoud)
    1.   Dit etiquette zal bestaan in een, in naam der hier natemelden halle, of in plaatsen waar geene hallen zijn, gecommitteerden tot de fabrijken eigenhandig geteekend getuigschrift, dat het manufactuur waarop het gehecht is, voor inlandsch gefabriceerd verklaart.[8]
      • Eenmaal volwassen trouwden de vrouwen, ondanks pogingen om in Amsterdam leuke jongens te ontmoeten, allebei met een Tukker. Annie werkte in de gezinszorg, Gerda bestierde in Enter met haar man kruidenierszaak Mekenkamp. Later handelde de zaak ook in manufacturen. Of zoals een familielid het verwoordt: "Jullie verkochten ook lingerie." [9] 

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. manufactuur op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2020 Weblink bron
    H. W. Pleket
    “Over de oorsprong van het kapitalisme” (15 februari 1992) op nrc.nl op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2020 Weblink bron “Vrolijk naar de bliksem” (11 juli 1990) op nrc.nl op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2020 Weblink bron
    Ileen Montijn
    “Bloemetjes en biezen voor de betere burgerij; Nederland heeft weer een porseleinkast” (27 april 1995) op nrc.nl op Wikipedia
  6. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2020 Weblink bron
    W.J.J. Mertens
    “Meubeltapisserieën in de Nederlanden en Frankrijkvanaf de late middeleeuwen tot 1900 : Aspecten van productie, iconografie, distributie en gebruik” (20 februari 2008), Universiteit Leiden, proefschrift, p. 199
  7. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2020 Weblink bron “Glashütte Original” op nrc.nl op Wikipedia
  8. Bronlink geraadpleegd op 31 oktober 2020 Weblink bron Koninklijk Besluit houdende maatregelen ter opbeuring der inlandsche fabrijken van lakens en andere wollen manufakturen., Staatsblad 1820, nr. 14 (1 juni 1820) in:
    Willem Jan Cornelis Hasselt (ed.)
    Verzameling van wetten en besluiten, voorkomende in het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden, welke op den eersten October 1838 nog in werking waren, met bijvoeging der grondwet, en der wetten en besluiten tot en met den laatsten december 1839, Deel 3 (1840), G.J.A. Beijerinck, Amsterdam, p. 273 art. 6
  9. Tubantia Ron Hemmink 13-04-2017