manuelt

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • ma·nu·elt
Naar frequentie 9716

Bijvoeglijk naamwoord

manuelt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van manuel


Noors

Woordafbreking
  • ma·nu·elt
Naar frequentie 9724

Bijvoeglijk naamwoord

manuelt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van manuell


Nynorsk

Woordafbreking
  • ma·nu·elt

Bijvoeglijk naamwoord

manuelt, o

  1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van manuell