mantisse

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • man·tis·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘decimale breuk van logaritme’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1919 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord mantisse mantissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de mantissev / m

  1. (wiskunde) decimale breuk van een logaritme
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

25 % van de Nederlanders;
36 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen