mantelmeeuw

Nederlands

de kleine mantelmeeuw

de grote mantelmeeuw

Uitspraak

• Geluid:  mantelmeeuw    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈmɑntəlˌmew / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• man·tel·meeuw

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  mantel zn  en  meeuw zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mantelmeeuw	mantelmeeuwen
verkleinwoord	mantelmeeuwtje	mantelmeeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de mantelmeeuw v / m

1. (steltloperachtigen) benaming voor twee soorten meeuwen met een donkere rug en vleugels

   • Van meeuwen verdelgen kan geen sprake zijn, reageert Vogelbescherming Vlaanderen. Want zowel de (veel voorkomende) zilvermeeuw als de kleine mantelmeeuw is een beschermde diersoort.  
   • De Feugelpôlle is een van een handvol plekken in Nederland waar de grote stern nestelt. De witte vogels met hun zwarte punkkapsel zitten altijd tussen de kokmeeuwen omdat die hun territorium fel verdedigen tegen rovende zilvermeeuwen en mantelmeeuwen. 

Hyponiemen

• grote mantelmeeuw, kleine mantelmeeuw

Vertalingen

    1. benaming voor twee soorten meeuwen met een donkere rug en vleugels   

Engels: great black-backed gull (en)

Gangbaarheid

• Het woord mantelmeeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.