mannenploeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mannenploeg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- man·nen·ploeg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mannenploeg | mannenploegen |
verkleinwoord | mannenploegje | mannenploegjes |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) een team met alleen maar mannelijke teamleden
- ▸ Bondscoach Fred Soyez staat al sinds 2014 aan het roer van de mannenploeg. "Tot nu toe hebben we niet de resultaten behaald die we wilden, maar ik had er alle vertrouwen in dat die zouden komen", zegt de Fransman. "Nu moeten we nog constanter worden."[1]
- ▸ Aanstaande vrijdag had Van Vleuten de mannenploeg in de Tour kunnen ontmoeten rondom La Course, de eendagswedstrijd voor vrouwen in de Tour die dit jaar op het tijdritparcours in Pau wordt verreden.[2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord mannenploeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Stef Hehemann“Hockeyers Spanje eindelijk weer in halve finales EK: ‘We willen meer’” (22-08-2019), NOS
- ↑ Weblink bron “Ritwinnaar Impey ontvangt felicitatie Van Vleuten: 'Maar ik moet háár feliciteren'” (15-07-2019), NOS