mannenhoofd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

mannenhoofd
Uitspraak
Woordafbreking
  • man·nen·hoofd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord mannenhoofd mannenhoofden
verkleinwoord mannenhoofdje mannenhoofdjes

Zelfstandig naamwoord

het mannenhoofdo

  1. het hoofd van een man
     Achter sommige werden roerloze mannenhoofden met brillen zichtbaar, de overige bleven geblindeerd met een wit schermpje.[1]
     „De één schildert heel beeldend, bijvoorbeeld een realistisch mannenhoofd. De ander gebruikt alleen verfspetters. Dat is een heel andere techniek. De manier van het gebruik van materiaal is verschillend”, illustreert Zwaving.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  2. Bronlink geraadpleegd op 9 maart 2022 Weblink bron “Van metaal tot glaskunst tijdens Kijk op Kunst” (13-09-2011), Tubantia