mandala
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- man·da·la
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Sankriet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mandala | mandala's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
mandala m
- (religie) een plan, kaart of geometrisch patroon dat metafysisch of symbolisch de kosmos uitbeeldt
- ▸ Vanuit Oostenrijk zijn ze naar Enschede gekomen. Om geld in te zamelen voor hun Indiase klooster en om de cultuur en historie van de Tibetanen te verbreiden. Ze stralen een en al rust uit. Met uiterste concentratie creëren ze dezer dagen tussen studie en gebed door hun mandala. Een kleurrijke schildering op een blauwe vierkante plaat van 2,5 bij 2,5 meter.[1]
- ▸ De Eibergse kunstenaar werkt als tekentherapeut en geeft cursussen mandala tekenen.[2]
- ▸ Een paar jaar geleden ontdekte ik tot mijn schrik dat de hele hobbyboekenkast van mijn boekwinkel was opgeofferd aan dé hit van dat moment: het kleurboek voor volwassenen. Van mandala’s en ansichtkaarten tot intrigerende doedels en spirituele – daar is-ie weer! – boeddha’s en alles daar tussenin. En kleurpotloden en stiften en etuitjes en god weet wat nog meer.[3]
Gangbaarheid
- Het woord mandala staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "mandala" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Monnikenwerk in Prismare” (02-05-2013), Tubantia
- ↑
Weblink bron “Berkelland-Art fleurt ziekenhuis op” (21-03-2008), Tubantia
- ↑
Weblink bron Alexandra Besuijen “We hebben het nieuwe kleurboek voor volwassenen gevonden” (10/05/2017), HP de Tijd
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be