malverseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: malverseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mal·ver·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
malverseren |
malverseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van malverseren
- Jij malverseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van malverseren
- Hij malverseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van malverseren
- Malverseert!