makelen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
ma·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
- frequentatief gevormd uit maken met het achtervoegsel -el; er zijn aanwijzingen dat "makelen" ook al in het Middelnederlands voorkwam.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
makelen |
makelde |
gemakeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
makelen
- (verouderd)overgankelijk tot stand brengen (van overeenstemming tussen partijen)
- inergatief als makelaar werkzaam zijn
- Hij makelde enkele jaren in verzekeringen.
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord makelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "makelen" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Frequentatief in het Nederlands
- Achtervoegsel -el in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 29 %
- Prevalentie Vlaanderen 28 %