makaperi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·ka·pe·ri
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Surinaams - Nederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | makaperi | makaperi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
makaperi
- (sieraden) bolvormig sieraad gemaakt van goud of zilver
- ▸ Al de dames zijn prachtig gekleed en omhangen met koralen, zoals: arwepi, skipioen, figakrara, kroren e.a. Aan afrankeer Lodrika is het goud van haar meesteres niet gespaard: ze draagt makaperi, papajasiri, obiaperi.[1]
Gangbaarheid
- Het woord makaperi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron C.F.G. Getrouw“Henri Rikken CssR. Schrijver van Historische Romans uit de slaventijd.” (1964), DBNL