major
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·jor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | major | majors |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
major m
- de oudere (achter namen om verschillende mensen met dezelfde naam uit elkaar te houden)
- (onderwijs) hoofdvak waarin iemand afstudeert
- (bedrijfskunde) bedrijf dat door zijn omvang binnen een bedrijfstak toonaangevend is
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord major staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "major" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ major op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be