majo's
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ma·jo's
Woordherkomst en -opbouw
- majo met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de majo's mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord majo
- ▸ Er blijkt ook uit, dat Neptunus met goeden moed de toekomst te gemoet gaat, ondanks tegenslagen in de achter ons liggende maanden; de hoofdtribune werd geplunderd, het kleedlokaal werd inwendig geheel uitgebroken ten behoeve van onbekend gebleven „majo's” en na de bevrijding werden de twee bijvelden door de Geallieerden benut als „auto-kerkhof” met alle daaraan verbonden narigheden.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'majo's' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron in: Sportkroniek; weekblad voor sport, jrg. 44 nr. 7 (29 augustus 1945), J. Waltman, Delft, p. 105 kol. 1