maizenapuddinkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maizenapuddinkje (hulp, bestand)
- IPA: /mɑjˈzenaˌˌpʏdɪŋkjə/
Woordafbreking
- mai·ze·na·pud·din·kje
Woordherkomst en -opbouw
- maizenapudding met het achtervoegsel -kje
Zelfstandig naamwoord
het maizenapuddinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord maizenapudding
- De enige zoon uit een kolensjouwersgezin, die zijn geluk niet op kan als hij bij thuiskomst zijn hoofd even tegen moeders buik mag leggen, een maizenapuddinkje als toetje krijgt en 's avonds ook nog de televisie aan mag. [1]
Synoniemen
- maïzenapuddinkje (andere uitspraak)[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'maizenapuddinkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Huizing, H."Han de Wit: een feest van superlullgheid" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 100 nr. 282 (30 november 1987); p. 10 kol. 5; geraadpleegd 2017-01-04
- ↑ Zie taaladvies Onze Taal