magnetiseuse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mag·ne·ti·seu·se
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van magnetiseren met het achtervoegsel -euse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | magnetiseuse | magnetiseuses |
verkleinwoord | magnetiseusetje | magnetiseusetjes |
Zelfstandig naamwoord
de magnetiseuse v
- (beroep) vrouwelijke vorm van magnetiseur
Gangbaarheid
- Het woord 'magnetiseuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.