magbia
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- mag·bia
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) degene die de Tora optilt en toont (erefunctie)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'magbia' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.