machtiging
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: machtiging (hulp, bestand)
Woordafbreking
- mach·ti·ging
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van machtigen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machtiging | machtigingen |
verkleinwoord | machtigingetje | machtigingetjes |
Zelfstandig naamwoord
machtiging v
- verklaring die aan een ander bevoegdheid overdraagt om al dan niet in naam en/of voor rekening van de persoon die de machtiging afgeeft een feitelijke handeling uit te voeren
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord machtiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "machtiging" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be