Naar inhoud springen

machtiging

Uit WikiWoordenboek
  • mach·ti·ging
enkelvoud meervoud
naamwoord machtiging machtigingen
verkleinwoord machtigingetje machtigingetjes

demachtigingv

  1. verklaring die aan een ander bevoegdheid overdraagt om al dan niet in naam en/of voor rekening van de persoon die de machtiging afgeeft een feitelijke handeling uit te voeren
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be