maatlepel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- maat·le·pel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van maat en lepel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | maatlepel | maatlepels |
verkleinwoord | maatlepeltje | maatlepeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de maatlepel m
- (huishouden) (kookkunst) lepel met een bekende inhoud
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'maatlepel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.