maanzaad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Papaver somniferum
Uitspraak
Woordafbreking
  • maan·zaad
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zaad van de maankop’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
  • van Duits Mohnsaat, waarin Mohn klaproos of meer algemeen papaver betekent; hetzelfde 'maan-' is terug te vinden in maankop en maanbol[2], het gaat dus niet om een samenstelling met 'maan (hemellichaam)'
enkelvoud meervoud
naamwoord maanzaad maanzaden
verkleinwoord maanzaadje maanzaadjes

Zelfstandig naamwoord

het maanzaado

  1. (plantkunde) (voeding) (specerij) de populaire naam van het zaad uit de maanbol van de klaproos (Papaver somniferum op Wikispecies)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen