maan aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maan aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanmanen

maan aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmanen
    • Ik maan aan. 
  2. gebiedende wijs van aanmanen
    • Maan aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmanen
    • Maan je aan? 


Gangbaarheid