maakt vast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: maakt vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈmakt ˈvɑst / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- maakt vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit maakt (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vastmaken |
maakt (…) vast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastmaken
- Jij maakt vast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastmaken
- Hij maakt vast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastmaken
- Maakt vast!
Gangbaarheid
- Het woord maakt vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.