lunchbox

1. trommel om het middagmaal in te verpakken

2. doos met een lunchpakket

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  lunchbox    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈlʏnʒbɔks / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• lunch·box

Woordherkomst en -opbouw

• van Engels lunchbox

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	lunchbox	lunchboxen
verkleinwoord	lunchboxje	lunchboxjes

Zelfstandig naamwoord

de lunchbox m

1. trommel om het middagmaal in te verpakken

   • Alieke gaat uit bed, dekt de tafel en vult de lunchboxen. 

2. doos met een lunchpakket

   • Onderweg bestelden ze een lunchbox bij de stewardess in de geel-blauwe bedrijfskleding. 

Hyponiemen

• boterhamtrommel

Gangbaarheid

• Het woord lunchbox staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lunchbox" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Engels

enkelvoud	meervoud
lunchbox	lunchboxes

Zelfstandig naamwoord

lunchbox

1. boterhamtrommel