luistert af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: luistert af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈlœystərt ˈɑf / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- luis·tert af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afluisteren |
luistert (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren
- Jij luistert af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afluisteren
- Hij luistert af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afluisteren
- Luistert af!
Gangbaarheid
- Het woord luistert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.