luchtstreek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·streek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtstreek luchtstreken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de luchtstreekv / m

  1. (meteorologie) een gebied met een bepaald klimaat
    • We kennen de warme, gematigde en de koude luchtstreken. 
    • Tegen het jaar 2100 zijn 950 tot 1.800 soorten ernstig bedreigd, in gematigde luchtstreken vooral door klimaatverandering, in de tropen vooral door verwoesting van het oorspronkelijke landschap.[2] 
    • 'DE BLANKEN voelen zich het best thuis in de gematigde luchtstreek; als werklieden (slaven) gebruikten de Blanken de Negers in de tropische zone; het Mongoolsche Ras aardt in alle luchtstreken en doet voor de blanken nog veel dienst als koelies in de tropische zone.' Dit is geen tekst uit propagandamateriaal van de Centrumpartij, maar verplichte leerstof voor middelbare scholieren, in een aardrijkskundeboek uit 1926.[3]  
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC 7 juni 2007
  3. Volkskrant 7 augustus 1999