luchtruim

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·ruim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtruim luchtruimen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het luchtruimo

  1. (luchtvaart) de luchtlagen boven een bepaald grondgebied
    • Het luchtruim boven grote delen van Europa werd vanwege een aswolk gesloten. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be