luchtnet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lucht·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord luchtnet luchtnetten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

luchtnet o [1]

  1. (luchtvaart) netwerk van luchtvaartverbindingen
     De KLM, die graag haar luchtnet wilde uitbreiden, dacht met Texel mee: „Het terrein kan zeer goed in gebruik blijven als weiland, wanneer het aanwezige vee bij aankomst en vertrek van een vliegtuig slechts even bijeengedreven wordt.”[2]
     De commissie gaf woensdag aan dat UPS bereid was om in de 15 landen waar de bezwaren golden onderdelen van TNT te verkopen. De koper zou daarbij 5 jaar lang toegang krijgen tot het Europese luchtnetwerk van UPS en TNT. Dat was echter niet genoeg om de concurrentiebezwaren weg te nemen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

76 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Henk Heiden
    “Overzicht van de luchtvaartgeschiedenis van Texel” (27-10-2012), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “Brussel blokkeert inderdaad overname TNT” (25 feb. 2013), De Telegraaf
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be