luchten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- luch·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
luchten |
luchtte |
gelucht |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
- aan de frisse lucht blootstellen
- De gevangenen werden één uur gelucht.
- gevoelens uiten
- Ze moest op een gegeven moment haar hart luchten.
Hyponiemen
Uitdrukkingen en gezegden
- Iemand niet kunnen luchten of zien
een hekel aan iemand hebben
- Zijn hart luchten
iemand over de problemen vertellen die hij bij zich draagt
Zelfstandig naamwoord
luchten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lucht
- ▸ Dat kwam waarschijnlijk omdat je in de woestijn altijd alles om je heen kon zien, maar ook doordat ik uit het vlakke Nederland kom, waar ik gewend ben aan weidse landschappen met vergezichten en hoge luchten.[7]
Gangbaarheid
- Het woord luchten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "luchten" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[8] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ luchten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %