louvoyer
Frans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
louvoyer |
louvoyais |
louvoyé |
eerste groep | volledig |
Werkwoord
louvoyer
- onovergankelijk, (scheepvaart) kruisen, laveren, naar een punt zeilen waar de wind vandaan komt
- (figuurlijk), onovergankelijk laveren, schipperen, moeilijkheden omzeilen