loswal

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

loswal
Uitspraak
Woordafbreking
  • los·wal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loswal loswallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de loswalm

  1. kade waaraan schepen hun lading kunnen lossen
     De aannemerscombinatie is momenteel drukdoende om aan de noordzijde van de sluis een nieuwe loswal voor de beroepsvaart te creëren.[2]
     De bestaande budgetten geven geen ruimte meer en het grootste deel is trouwens bestemd voor onderhoud van de kaden en van de loswal, zo valt uit de mail van de wethouder op te maken.[3]
  2. stortplaats voor baggergrond
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Verbreding Twentekanaal vertraagd” (10-10-2007), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Uitstel renovatie Puntbrug dreigt” (01-08-2008), Tubantia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be