losten op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • los·ten op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
oplossen

losten op

  1. meervoud verleden tijd van oplossen
    • Wij losten op. 
    • Jullie losten op. 
    • Zij losten op. 


Gangbaarheid