loquat

Vruchten van de loquat.

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  loquat    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• lo·quat

Woordherkomst en -opbouw

• Via het Engels ontleend aan het Kantonese traditioneel 蘆橘, vereenvoudigd 芦橘 (lou4 gwat1; letterlijk "riet-sinaasappel"). In het Mandarijns is deze benaming verouderd.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	loquat	loquats
verkleinwoord	loquatje	loquatjes

Zelfstandig naamwoord

loquat m

1. (plantkunde) Eriobotrya japonica, een fruitboom van de rozenfamilie uit Oost-Azië
2. (fruit) de oranje vrucht van de Eriobotrya japonica

Synoniemen

• Japanse mispel, wolmispel, neffel

Vertalingen

    1. een fruitboom van de rozenfamilie   

Afrikaans: lukwart (af) Chinees: Vereenvoudigd Chinees: 枇杷树 (zh-sc) (pípashù) Traditioneel Chinees: 枇杷樹 (zh-tc) (pípashù) Engels: loquat (en), Japanese medlar (en) Frans: néflier du Japon (fr) m, bibacier (fr) m

Grieks: μουσμουλιά (el) v Italiaans: nespolo del Giappone (it) m Japans: ビワ (ja) / 枇杷 (ja) (biwa), ビワの木 (ja) / 枇杷の木 (ja) (biwa no ki) Koreaans: 비파나무 (ko) (bipanamu)

    2. de oranje vrucht van de Eriobotrya japonica   

Afrikaans: lukwart (af) Chinees: 枇杷 (zh) (pípá) Engels: loquat (en), Japanese medlar (en) Frans: bibace (fr) v, nèfle du Japon (fr) v

Grieks: μούσμουλο (el) o Italiaans: nespola del Giappone (it) v Japans: ビワ (ja) / 枇杷 (ja) (biwa) Koreaans: 비파 (ko) (bipa)

Gangbaarheid

• Het woord 'loquat' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.