loopactie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loop·ac·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loopactie loopacties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de loopactiev

  1. (sport) een handeling op het veld die bestaat uit een verplaatsing zonder dat men de bal heeft
    • Beide AZ-aanvallers gunnen elkaar echter het succes, zo bleek vlak voor rust toen de onbaatzuchtige Weghorst bij de hoekschop van Teun Koopmeiners met een loopactie naar de eerste paal het gat trok voor Jahanbakhsh: 0-3. [1] 
    • Robin van Persie brengt de eredivisie net dat stukje kwaliteit waar andere spitsen niet aan kunnen tippen. De loopactie op het juiste moment, de perfecte aanname met de borst en de vervolgens zo beheerste afronding: Van Persie tilt Feyenoord sinds zijn komst duidelijk naar een hoger niveau. Sinds zijn terugkeer in Rotterdam startte de all-time topscorer van Oranje drie keer in de basis, met vier goals tot gevolg. [2] 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen