loop storm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loop storm
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stormlopen

loop (…) storm

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormlopen
    • Ik loop storm. 
  2. gebiedende wijs van stormlopen
    • Loop storm! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormlopen
    • Loop je storm? 

Gangbaarheid