loongroep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loon·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord loongroep loongroepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de loongroepv / m

  1. groep bij elkaar horende salarissen zoals deze meestal zijn vastgelegd in een CAO
    • Mensen met laagbetaalde banen worden in de stad vaker 'arm'. In deze trend spant de gemeente Amsterdam samen met Utrecht de landelijke kroon. 34 procent van de mensen die nu een laag betaalde baan hebben in Amsterdam, vielen in 2001 nog in een hogere loongroep. [1] 
    • Zelf wil het olie- en gasbedrijf niets kwijt over de aard van de regeling. Volgens de FNV kan echter al het kantoorpersoneel van loongroep 5 en hoger intekenen. ,,Dat zijn lonen van 75.000 euro per jaar en hoger," aldus Schellenberg. De gemiddelde werknemer verdient bij Shell circa 140.000 euro per jaar. [2] 
    • De werknemers krijgen er om te beginnen per 1 januari een vast bedrag per maand bij. De laagste loongroepen krijgen het meest (27 euro), de hogere loongroepen iets minder (25 of 22 euro). De volgende loonsverhogingen volgen later: 0,75 procent per 1 juli 2015, 1 procent per 1 januari 2016 en nog eens 0,75 procent per 1 juli 2016. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Het Parool PRISCILLA TIENKAMP 8 MAART 2016 In Amsterdam krijg je meer loon voor hetzelfde werk
  2. Tubantia David Bremmer 10-01-17 Shell zet flink het mes in Nederlands personeel
  3. De Telegraaf 13 feb. 2015 Meer loon voor de 140 orgelbouwers in ons land
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be