loodje

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: lootje


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lood·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord loodje loodjes

Zelfstandig naamwoord

het loodjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord lood
  2. dim. tant. gestempeld stukje metaal dat door vaste verbinding met een draadje officieel bewijst dat het verbonden voorwerp een bepaalde status heeft
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • het loodje leggen [1]
    overlijden, sterven
  • de laatste loodjes wegen het zwaarst [1]
    iets afwerken kost nog het meeste moeite

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen