lomig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lo·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lomig | lomiger | lomigst |
verbogen | lomige | lomigere | lomigste |
partitief | lomigs | lomigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
lomig [1]
- heel erg rustig
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord lomig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lomig" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be