lollig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lol·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lollig | lolliger | lolligst |
verbogen | lollige | lolligere | lolligste |
partitief | lolligs | lolligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
lollig
- grappig, komisch
- De lollige grappenmaker maakte iedereen aan het lachen.
Gangbaarheid
- Het woord lollig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lollig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be