loeft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loeft

Werkwoord

vervoeging van
loeven

loeft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loeven
    • Jij loeft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loeven
    • Hij loeft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van loeven
    • Loeft!