lobbyen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van lobbyen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		lobbyen			te lobbyen
	toekomend		zullen lobbyen			te zullen lobbyen
voltooid	tegenwoordig		hebben gelobbyd			te hebben gelobbyd
	toekomend		gelobbyd zullen hebben			gelobbyd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	lobbyend		gelobbyd			ev. lobby	mv. verouderd lobbyt	lobbye
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	lobby	lobbyt	lobbyt	lobbyt	lobbyt	lobbyen	lobbyen	lobbyen
verleden (o.v.t.)	lobbyde	lobbyde	lobbyde	lobbyde	lobbyde	lobbyden	lobbyden	lobbyden
toekomend (o.t.t.t.)	zal lobbyen	zult/zal lobbyen	zult/zal lobbyen	zult lobbyen	zal lobbyen	zullen lobbyen	zullen lobbyen	zullen lobbyen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou lobbyen	zou lobbyen	zou(dt) lobbyen	zoudt lobbyen	zou lobbyen	zouden lobbyen	zouden lobbyen	zouden lobbyen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gelobbyd	hebt gelobbyd	hebt/heeft gelobbyd	hebt gelobbyd	heeft gelobbyd	hebben gelobbyd	hebben gelobbyd	hebben gelobbyd
verleden (v.v.t.)	had gelobbyd	had gelobbyd	had gelobbyd	hadt gelobbyd	had gelobbyd	hadden gelobbyd	hadden gelobbyd	hadden gelobbyd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gelobbyd hebben	zal/zult gelobbyd hebben	zult/zal gelobbyd hebben	zult gelobbyd hebben	zal gelobbyd hebben	zullen gelobbyd hebben	zullen gelobbyd hebben	zullen gelobbyd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gelobbyd hebben	zou gelobbyd hebben	zou/zoudt gelobbyd hebben	zoudt gelobbyd hebben	zou gelobbyd hebben	zouden gelobbyd hebben	zouden gelobbyd hebben	zouden gelobbyd hebben